gediplomeerd hoefsmid

Gallen

Gallen

Onder zachte beengebreken vallen de aandoeningen waarbij er sprake is van zwelling van de zachte weefsels rond het gewricht, zoals pezen, slijmbeurzen en peesschede. In deze weefsels zit de vloeistof Synovia om alles soepel te laten bewegen. Door een infectie, grote inspanning, blessure of chronische irritatie kan er een overproductie ontstaan van deze vloeistof. Het teveel geproduceerde vloeistof hoopt zich dan op in de weefsels waardoor er een zwelling ontstaat. Gallen zijn zachte, ronde of langwerpige zwellingen aan de onderbenen van een paard. Hierbij zijn de peesschedes of gewrichten overvuld. Het is bij zwellingen aan de paardenbenen van groot belang eerst de oorzaak van de zwelling vast te stellen. Als je niet zeker bent, raadpleeg dan de dierenarts.

Ook bij gallen zijn er diverse verschillen. Dit heeft te maken met de plaats van de gal:

Gallen
  • Windgal: vlak boven het kogelgewricht;
  • Vlotgal: een overvulde peesschede van de diepe buiger bij het spronggewricht; 
  • Eiergal: langwerpig of eivormig in de peesscheden van de diepe buiger bij het spronggewricht; 
  • Bolspat: rond het spronggewricht, net iets hoger dan de verdikkingen die door spat ontstaan. Het verschil zit in de harde en zachte beengebreken, waar spat valt onder harde beengebreken en bolspat onder zachte beengebreken; 
  • Peesgal: zwellingen aan de pezen (zie foto hiernaast)

Vaststellen of een zwelling een gal is?

Gallen zijn doorgaans koud en pijnloos in tegenstelling tot zwellingen die door een ontsteking veroorzaakt worden, deze zijn warm en pijnlijk. Een gal hoeft niet ernstig te zijn zolang het paard er geen last van heeft, ze niet verharden en de beweging van het paard niet hinderen. Wel moet het ontstaan van gallen gezien worden als een waarschuwing. Een overproductie van smeermiddelen ontstaat niet zomaar. Het kan zijn dat het paard teveel belast is en dat er meer rust geven moet worden of de opbouw van de training moet worden herzien. Als je je paard rust geeft, zet hem dan niet op stal, maar laat hem dan in de wei lopen. Door de beweging die het paard zichzelf geeft wordt het teveel aan vocht sneller afgevoerd.

Oorzaken van gallen

  • Bij jonge paarden: een tekort aan belangrijke voedingsstoffen (bijvoorbeeld een vitaminetekort tijdens de opgroei), afwijkende beenstand, zware worminfectie of het niet op tijd bekappen van de hoeven. Ook het te vroeg belasten en zeker het te snel, te zwaar belasten van een jong paard zal gallen doen ontstaan;
  • Volwassen paarden: te veel en te hard trainen is de meest voorkomende oorzaak voor het ontstaan van gallen; 
  • Oudere paarden is het vaak een kwestie van slijtage, maar ook dan is het aan te raden om wat rustiger aan te doen en het paard meer rust te gunnen; 
  • Blessure of infectieziekte: in die gevallen blijft de plaats waar de gallen zijn ontstaan een zwakke plek, waar je rekening mee moet houden.

Behandeling of voorkoming van gallen

Uit de verschillende oorzaken valt op te maken dat de training rustig opgebouwd moet worden en het belasten van jonge paarden moet beperken. Zorg dat de hoefsmid op tijd komt om de stand netjes bij te houden. Gallen leiden zelden tot kreupelheid en zijn meer een schoonheidsfoutje. Bij gallen die reeds ontstaan zijn is beweging het beste om het overvloedige vloeistof op te lossen. Maar als de oorzaak niet wordt aangepakt, zal de peesschede zich iedere keer weer opnieuw vullen. Gallen kunnen worden ingesmeerd met diverse middeltjes zoals coolgel of klei. Probeer zelf welk middel het beste voor uw paard werkt.